Avant-garde & Arrière-garde [vervolg 5]

.
Een
socialisme van en voor de toekomst
.
.
1024px-Brown_work
Ford Madox Brown “Work” (1852-1865)
;
*

Wat zijn de voorwaarden voor een kranige heropleving van het socialisme dank zij een wervend en mobiliserend project op halflange termijn? Laat ons op die termijn de jaren 2030-2040 plakken, een tijd die mensen die nu 40 of minder zijn nog volop zullen meemaken. En die heropleving zal in eerste instantie worden waargemaakt door de jongvolwassenen van nu, althans de aanzet ertoe. De verre toekomst zal ongetwijfeld socialistisch zijn al zal het woord niet meer gebruikt worden en zullen mensen dus ook geen socialistische ideeën meer moeten koesteren. Maar hoe zal de mens er dan uitzien? Vrije mensen die uniek en tegelijk gelijk zijn? Of slaat socialisme dan op de samenleving waar gedragingen en handelingen cyber-geïntegreerd zijn in coöperatieve informatienetwerken?

De periode 2015-2040 zal één zijn van weeral nieuwere dan nieuwe technologieën: massale inzet van “intelligente” robots; automatisering van allerlei diensten; gesofisticeerde en geavanceerde medische technologieën.  Verwacht wordt dat tegen 2030 1 op 3 of zelfs 1 op 2 banen zouden sneuvelen. In deze situatie openen zich nu reeds, anno 2015, voor het socialisme twee wegen: 1) hopen dat de werkloos geworden slachtoffers die vrezen of dreigen in miserie en ellende te verzeilen en in een sukkelstraatje terecht te komen, zich zullen wenden tot het socialisme, m.a.w. de socialistische aanhang zou fors toenemen; of 2) de technologische vooruitgang nu reeds inrekenen in het socialistische denken en acties. Zo staat men immers klaar om de technologische ontwikkelingen en hun effecten op te vangen. En meer nog: de technologische revolutie van den beginne politiek te kunnen kaderen met de integratie van allerlei socialistische basiswaarden in die alomvattende technologische veranderingen die er zitten aan te komen. De optie om ervoor te kiezen om één en ander op zijn beloop te laten en om passief en gelaten af te wachten, is bijzonder riskant. Men rekent er dan op dat de “slachtoffers” zich tot het socialisme zullen wenden, terwijl men zelf door de eigen passieve opstelling medeplichtig is aan de “productie” van massa’s slachtoffers. Alsof we als socialisten gewoon maar wantrouwig en klagerig zouden neerkijken op onafwendbare maar lang te voren te voorziene evoluties. Alsof we te doen hebben met een vreemde, valse en vijandige indringer die men zo lang mogelijk buiten moet houden. Dat zou een zeer conservatieve houding zijn, socialisten onwaardig. Want in dat geval zal het kalf natuurlijk al verdronken zijn voordat men op die ontwikkelingen een amorele nuchtere visie gaat formuleren. Dan zitten die slachtoffers van de technologische revolutie al lang bij “extreem rechts”.

Ik ken helaas weinig socialisten die vooruitziend zijn en nu reeds klaar staan om de 2de proactieve optie voor te bereiden. En dat met een positieve maar nuchtere kijk op een toekomst die ons hoe dan ook te wachten staat. Socialisten die de ganse kwestie terdege ernstig nemen en die beseffen dat misère mensen eerder doet opteren voor extreemrechtse en zelfs (neo)fascistische groepen of partijen. Dat soort reacties van bedreigde of aan lager wal geraakte mensen komt me zo logisch voor dat ik niet begrijp dat socialistische politici ervan overtuigd waren dat mensen als gevolg van de crisis van 2008 “socialist” zouden worden. Waarom zouden ze? De ganse geschiedenis van de 20ste eeuw (en later) levert voldoende bewijs en veel voorbeelden dat het rechtse extremisten zijn die garen spinnen bij torenhoge werkloosheid of relatieve of absolute daling van de lonen.

*******

Blijven we eerst even in 2015, vandaag dus. De kans is klein dat een paar jaar voldoende zullen zijn opdat de Vlaamse (en Europese socialisten) eindelijk weer eens een echte hoofdrol kunnen spelen. De verkiezingen van 2018 zullen zeker winst opleveren voor de Vlaamse socialisten, maar heel groot zal deze winst waarschijnlijk niet zijn. Daarvoor is het woord “socialisme” in een zekere publieke opinie te negatief geladen geraakt, en zelfs het woord “sociaaldemocratie” (dat het gewone volk als dusdanig eigenlijk vreemd is). De uitspraak “het is allemaal de fout van de socialisten” ging er in 2014 en begin 2015 in als zoete koek, einde 2015 al flink wat minder. Die emotionele verwijten en beschuldigingen zullen vermoedelijk snel wegebben, zeker als de “centrumrechtse” regering Michel I met een eventuele terugval van de economische groei zou hebben af te rekenen. Een nieuw verlengstuk van de crisis van 2008 is niet uitgesloten, zelfs waarschijnlijk op relatief korte termijn. De verwijtende uitspraak geeft eigenlijk aan dat mensen hoge verwachtingen koesterden in het socialisme, die in hun totaliteit verre van ingelost zijn. Zijn die hoge verwachtingen nu of straks nog aanwezig? En dit in een sfeer van dreigende oorlogen? Moeten we eerst nog een veel grotere wereldcrisis overleven? Want de crisis van 2008 was niet voor iedereen een ramp! En hoe zou een nieuwe wereldcrisis en dus wereldoorlog eruit zien? Geen klassieke oorlog, die hebben we nu al heel lang niet meer. Een cyberoorlog waarbij men de informatienetwerken en dus de energietoevoer van de “vijand” uitschakelt gecombineerd met genadeloze economische oorlogen? Een ganse reeks burgeroorlogen die op elkaar ingrijpen, samenhangen en zich naar andere landen verspreiden? Cynisch is het dat oorlog samengaat met enorme technologische vooruitgang in de wapenindustrie, vooruitgang die zich dan verspreidt in de andere sectoren. Om te creëren moet je eerst vernietigen, schreef Bakoenin als ik het goed heb. (Zelf ben ik gewetensbezwaarde en mag dus gelukkigerwijs of ongelukkigerwijs geen wapens bezitten of hanteren.) Eigenlijk is de “Derde Wereldoorlog” reeds begonnen en ze zal zeker een 3 à 5 jaar duren. Ze zal pas wegdeemsteren wanneer de wapenindustrie niet meer kan volgen of hun winstmarges niet meer op kunnen tegen de winstmarges van industrieën die betrokken zijn bij de wederopbouw. Zo liep het in de Eerste Wereldoorlog en ook in de Tweede Oorlog, al verklaren de diverse winstmarges uiteraard niet alles.

25 jaar (2015-2040) is lang en met de snelheid waarmee tegenwoordig alles verandert, kunnen er in die periode enorm veel radicale of revolutionaire gebeurtenissen plaats grijpen met een massale impact op mens en samenleving. Het huidig cultureel klimaat leent zich echter niet voor verrijkende discussies en de evoluties voltrekken zich dan ook dikwijls stiekem terwijl de zogenaamde kwaliteitsmedia zich graag en braaf focussen op allerlei neveneffecten. De wereld van de politiek is een gesloten wereld geworden waar alles reeds van vooraf beslist is voordat Belga of Reuters er een communiqué over krijgen. Erger is nog dat het niet meer getolereerd wordt wanneer je qua mening of opinie een beetje buiten de mainstream kleurt (een mainstream die mee georganiseerd wordt door de media zelf, met de zogezegd betere media à la VRT, De Standaard of De Morgen voorop). Hoe dan ook, een beetje deviantie kan ertoe leiden dat je meteen wordt uitgemaakt, ook door hoger opgeleiden, voor “vuile communist” of andersom voor “Vlaams Blokker”, “neonazi” of “fascist”. Vraag je die lieden, zelfs de hoog geschoolden, wat dat is een “fascist”, dan blijkt het gewoon een synoniem voor “slechterik” of “schurk”. Zelfs op lokaal niveau zie je oppositieleden die het schepencollege en de burgemeester van hun gemeente uitschelden voor “bende fascisten”. Tegenwoordig wordt er meer dan dikwijls geredeneerd in termen van de “good guys” versus de “bad guys” (waarbij de “ugly ones” even vergeten worden). Veel van dit soort mensen maken zich sterk dat ze de waarheid in pacht hebben en verdragen amper dat je het niet met hen eens bent. Met mensen die de waarheid in pacht hebben, valt gewoon geen open discussie te voeren. Het zal wachten zijn tot na de oorlog voor de goedkope emoties achterwege worden gelaten. Want ook het heersend cultureel klimaat bewijst dat we leven in oorlogsomstandigheden. De media organiseren een zachte censuur op wat gezegd mag worden en wat niet, een censuur met ongeschreven regels. U zal zeggen dat ik overdrijf. Helemaal niet. Want alle gewone mensen die ik ontmoet, gaan nog veel verder. Behalve dat verdergaande zou ik hen 100% gelijk geven. De mensen zijn veel slimmer dan wat een Martine Tanghe op tv doorgeeft als objectieve verslaggeving. Wat Martine Tanghe denkt, weten we natuurlijk niet.
.
breaking-news
.
In de periode 2015-2040 moeten we, naast de komende grote oorlog, o.a. rekening houden met allerlei evoluties die zich kunnen voordoen of juist niet. We beperken ons tot 6. Het zijn 6 evolutielijnen die als ze zich al dan niet doorzetten een ernstige impact zullen hebben op het kader en de achtergrond waartegen elk toekomstproject zal figureren. En die 6 vinden we ook persoonlijk relevant. Ze zijn dus wat gekleurd door mijn subjectiviteit, maar niet heel veel.

  • Vermoedelijk zullen we staan voor mensen met eindeloze mogelijkheden om zich aan anderen en aan dingen te connecteren en zich evenzeer los te koppelen. Mogelijkheden om iets te zijn of te doen maar evenzeer de mogelijkheid niet iets te zijn of niet iets te doen (versus iets niet te zijn of te doen). Connecteren en deconnecteren dus. Als nomaden die zich voortdurend verplaatsen en van territorium veranderen (1). Deze inschatting is reeds decennia geleden aangekondigd door twee continentale en meer dan wereldvermaarde en invloedrijke “grote filosofen”. De eerste is Gilles Deleuze (1925-1995) (2). De tweede is de nog levende Italiaan Giorgio Agamben (°1942), bekend om zijn Homo Sacer-project (3). To be, or not to be, will that be the question?
  • Misschien is er ondertussen een soort democratisch verkozen wereldregering met afgevaardigden uit alle continenten en subcontinenten. Een soort veredelde en echt functionerende Verenigde Naties met reële bevoegdheden en slagkracht. De verhouding tussen de nationale entiteiten en deze wereldregering zal pas na een nieuwe wereldcrisis duidelijk worden. De vraag is dus of een land of regio op zijn eentje en eigenmachtig een radicaal programma kan uitvoeren. Vermoedelijk niet en dus zal ons voorstel (of welk ander voorstel ook) een gezamenlijk initiatief moeten zijn van meerdere naties, bv. al de Europese landen. Ongetwijfeld zullen rond 2020 vele andere soortgelijke toekomstbeelden circuleren. (Misschien dat Europa dat nu een krabbenmand is geworden, zich in de periode 2020-2040 juist door de actuele stagnatie weet te herpakken en weer bijzonder veerkrachtig zal worden.)
  • Boeiend maar delicaat gezien de weerstand die bepaalde technologische toepassingen zullen oproepen, zal ook de verdere lichamelijke en geestelijke evolutie zijn. Medisch-technologische ontwikkelingen zullen technisch gezien steeds meer zaken mogelijk maken, als behandeling van ziektes of aandoeningen maar eventueel ook puur esthetisch. Denken we maar aan de nu reeds bestaande bionica en de cyborg-mensen en -wezens. Bionica (ook wel bio-mimetica, bio-techniek of bio-elektronica genoemd) onderzoekt de werking van natuurlijke systemen met het oog op hun technologische toepassing. Zo kunnen op basis van inzichten in lichamelijke systemen bionische implantaten worden gemaakt. Een cyborg (van het Engelse cybernetic organism) is de fysieke samensmelting van een mens en een machine. Een voorbeelden is de Borg-gemeenschap in de Star Trek-serie. Bekend bioloog, filosoof en socioloog Donna Haraway is reeds decennia voorstander van de afschaffing van de rigide grenzen tussen mensen en dieren, organismen en machines, mannen en vrouwen (4). Veel nu levende mensen zouden nu reeds als cyborgs kunnen worden beschouwd. Bijvoorbeeld iemand die hulpmiddelen als een pacemaker of een hoorapparaat heeft, voldoet in wezen al aan de voorwaarden om cyborg te zijn. Misschien lopen we rond 2020-2025 allemaal rond met chips of elektroden in onze hersenen die van buitenaf kunnen worden gestuurd. Zo zou men bijvoorbeeld “negatieve” emoties kunnen milderen of uitschakelen. Gedacht wordt dan aan woede en angst maar ook aan verliefdheid (meer en meer beschouwd als een psychose, zoals ook rouw mogelijk binnenkort al een geestesziekte wordt). Dus: misschien zijn we in de jaren 2020 al een flink eindje op weg om post-humane wezens te worden. Misschien ook niet.
  • Even belangrijk zijn de verdere veranderingen in de interpersoonlijke relaties en communicatie. Gaan we verder in de richting van wezens die geen acht meer slaan op hun directe fysieke omgeving, in het bijzonder andere mensen? Zal alle communicatie verlopen via elektronische mediums? Het valt me bijvoorbeeld op dat vooral jonge mensen van ongeveer 20 niet meer groeten en je aanwezigheid compleet negeren wanneer je ze vervoegt in een bushokje of in andere (voor ons als ouderen) toch uitgesproken sociale situaties. Dit terwijl ze aan het sms-en of het chatten zijn op hun gsm of smartphone.
  • Robotica-specialisten verwachten dat de 4de-generatie universele robots rond 2030-2040 in staat zullen zijn tot menselijke redeneringen en massaal zullen kunnen worden ingezet niet alleen in de industrie maar ook in het privéleven (5). Wanneer robots redeneren zoals mensen (6), mogen wij mensen dan het redeneren laten en weer een beetje dier worden, zoals de filosoof en befaamd (en berucht) Hegel-kenner Alexandre Kojève even opperde in een veel geciteerde voetnoot in zijn “Introduction à la lecture de Hegel – Seconde édition. (1968). De andere optie die Kojève in dezelfde voetnoot aanhaalt, is de overgave aan gestileerde en rituele maar “nutteloze” en vrijblijvende bezigheden zoals Japans bloemschikken. En een derde optie is dat we zelf pure machines worden of ermee fuseren. Niet de minsten noch de dwaasten onder de filosofen neigen in deze richting; zo bv. John Gray en Peter Sloterdijk (7).
    Daarnaast zitten er nu ook qua
    ntum-computers aan te komen die nog eens veel sneller zijn dan de actuele generatie computers.
  • Een andere te voorziene evolutie betreft de overgang van een disciplinaire maatschappij (“Foucault”) naar een controlemaatschappij (“Deleuze”), een ontwikkeling die nu reeds duidelijk waarneembaar is. Een disciplinaire maatschappij stuurt ons gedrag vanuit een centraal punt via dwang, machtsuitoefening, toezicht, beloningen en straffen (8). Een controlemaatschappij hoeft geen dwang noch een centraal punt (9). Onze gedragingen en handelingen worden gestuurd door signalen, tekens, prikkels en “triggers” die een passend gedrag uitlokken zonder dat we erbij moeten nadenken. Bijvoorbeeld verkeerslichten en – borden; routeaanduidingen in grote gebouwen zoals ministeries, ziekenhuizen, enzovoort.
    .
    robots reasoning.

Deze 6 punten zullen wellicht nergens onderdeel vormen van een politieke lange-termijn-doelstelling. Maar ze kunnen zich wel buiten de politieke besluitvorming om ontwikkelen op een eigen “spontane” manier zodat politici (en de ganse bevolking eigenlijk) ze niet kunnen negeren.

*******

Het voorbeeld van de N-VA en haar recente verkiezingssuccessen leveren het bewijs dat een kleine partij plots goed kan scoren als ze een concreet toekomstproject naar voren schuift dat aansluit bij de tijdsgeest, in casu een “Onafhankelijk Vlaanderen”. Dat stelde, zeker bij de publieke opinie, alle ander programmapunten van N-VA in de schaduw. Maar een “Onafhankelijk Vlaanderen” fungeerde eerder als een project op de korte termijn. Ondertussen is de kwestie BHV opgelost en is de communautaire storm in gans België gaan liggen. De campagne van de N-VA had ook nog twee bijkomende troeven: de enorme media-aandacht en het gegeven dat Bart De Wever overtuigend overkwam, gemakkelijk een kwinkslag ten beste kon geven en met zijn lichaamstaal de indruk wist te wekken dat hij meende wat hij zei en dat hij ook emotioneel achter zijn programma stond. Hij kon zich presenteren als een waarlijk en oprecht “geëngageerd” politicus, gids en leider. De droom van de N-VA-achterban is ondertussen mogelijk vervlogen doordat andere kwesties dan de communautaire zich hebben opgedrongen als prioritaire problemen.

Maar er kunnen dus nog dromen gedroomd worden. Die op halflange tijd maken m.i. meer kans dan deze op korte termijn omdat er doorheen de jaren een massa actuele kwesties kunnen worden aan opgehangen die vanuit dit toekomstproject kunnen worden afgeleid, in zakelijke termen en niet op basis van morele oordelen of veroordelingen. Meer dan 10 jaar zullen de socialisten het hoofd koel moeten houden.

Wat we hier zelf willen voorstellen is een aantal concrete en begrijpelijke basisprincipes die naderhand (als de tijd veel rijper is) kunnen worden uitgewerkt door deskundigen allerhande. Het voorstel zelf is in het geheel niet technisch van aard. Het is opgebouwd met concrete inhouden in plaats van abstracte waarden; helder en klaar in plaats van vaag; coherent in plaats van warrig. De onderliggende gedachte is dat een aantal ontwikkelingen die we op halflange termijn met een relatieve zekerheid zullen meemaken, onmiddellijk zouden kunnen gekaderd worden in een reeds vooraf bestaand verhaal of een reeks samenhangende opties op basis van socialistische waardesystemen. Dus opties die reeds zijn opgemaakt en klaar staan voordat die ontwikkelingen zelf op kruissnelheid zijn gekomen en dus onderwerp gaan vormen van discussies binnen de publieke opinie. Zo zal men niet gedwongen zijn achter de feiten aan te hollen en telkens snel een ad hoc persconferentie te moeten organiseren nadat het kalf eigenlijk reeds is verdronken. Met een toekomstbeeld voorhanden kan men jaren voordien reeds proactieve campagnes opzetten. Ons voorstel vormt in die zin een toekomstbeeld waarin reeds meerdere socialistische “waarden” zijn geïntegreerd.

Ons projectvoorstel viseert als doelstelling een “radicale” hervorming van de samenleving tegen 2030-2040. (Ikzelf zal het dus helaas of gelukkig niet meer meemaken.) Het gaat om doelstellingen die zich geleidelijk kunnen ontvouwen doorheen de te voorziene sociale evoluties op de meest diverse vlakken. Daarvan hebben we er een paar reeds besproken en dit kan volstaan. Gewelddadige “revoluties” vormen geen onderdeel van het project, maar kunnen natuurlijk het werk zijn van andere sociaalpolitieke krachten.
.
radicaal..
Waar blijft dat toekomstproject zal u ondertussen zeggen? Even geduld, ik denk dat we eerst nog een paar punten in overweging moeten nemen. Het zijn er 5 geworden:

  1. Ons voorstel is zakelijk geformuleerd en heeft in die zin weinig “emotionele” uitstraling. Het mist verleidelijkheid en charme, zeker voor de jongere generaties met hun specifiek taalgebruik. Maar het zal wel geen probleem zijn een paar jonge schrijvers en kunstenaars in te huren die het voorstel kunnen vertalen in een begrijpelijk en aantrekkelijk document. Ongetwijfeld kunnen ze het project een literair en artistiek tintje geven. Zolang de boodschap niet wordt vervormd tot goedkope blablabla voor dummies. Adviseurs moeten adviseren en niet de winkel overnemen.
  2. De centrale idee is dat het socialisme weer een toekomstproject kan opstellen dat veel verder reikt dan de eerste 2 of 3 parlementsverkiezingen. Welk project heeft eigenlijk niet zo veel belang als er maar één is en het coherent overkomt. Als het maar aanleiding geeft tot discussie in de media en opiniemakers, bij competente mensen én bij de man/vrouw in de straat. Mijn voorstel is alleen maar mijn voorstel gebaseerd op wat ik denk dat zo ongeveer de economische, sociale en culturele situatie zal zijn rond 2030-2040. Ik vel over die situatie geen moreel oordeel in de zin van “wenselijk” of “onwenselijk”, want dat is een oordeel vanuit verleden waarden, normen en perspectieven. Hoe dan ook, die evolutie in de komende 20-25 jaar zal niet rechtlijnig zijn maar stapsgewijs of schoksgewijs. Maar de kans is reëel dat ik verkeerd zit, al denk ik van niet. Spectaculaire gebeurtenissen, bijvoorbeeld een bijzonder zware milieuramp of een Derde Wereldoorlog die 5 jaar duurt, mag geen reden zijn om de ontwikkelingslijnen in vraag te stellen. Belangrijk is daarom voorbereid te zijn. Dan riskeert men niet onmiddellijk uit zijn lood te worden geslagen wanneer een item plots het “nieuws” maandenlang gaat domineren. Zoals nu het geval is met de zogenaamde vluchtelingencrisis (waaromtrent ik mijn mening maar voor mij houd, ze is in ons vertoog niet relevant).
  3. Een belangrijke vraag is of het toekomstproject in zijn geheel openbaar moet worden gemaakt of stapsgewijs volgens de bekende salamitechniek. Het eerste heeft het voordeel van de volledigheid, het tweede zorgt ervoor dat het project met een zekere regelmaat in het nieuws komt. Dit geldt voor om het even welk toekomstproject.
  4. Verder heeft het geen zin het toekomstproject op een of andere zachte of harde manier op te leggen aan de trouwe militanten. En ook is het verre van aangewezen het op een congres meerderheid tegen minderheid te stemmen. Elk project (zoals alles) zal zijn voorstanders en tegenstanders hebben. Vermoedelijk zullen die niet zomaar in 2 kampen uiteenvallen. Laten we het hopen! Cruciaal is dat de focus gericht blijft op discussies in concrete termen in plaats van vage abstracties. Hoe meer tegenstand het project in een eerste fase ondervindt, hoe geslaagder het eigenlijk is: dus hoe meer het serieus wordt genomen. Bullshit roept zelden tegenstand op, wel gehoon en gelach.
  5. Het toekomstproject zou best moet kunnen samengevat worden in een elegante aantrekkelijke maar concreet blijvende naam, of een korte uitdrukking of slogan. Het moet best ook in visuele beelden en muziek kunnen worden omgezet. Ook voor dit aspect kan beroep worden gedaan op deskundige mensen, in casu taalvirtuozen, videokunstenaars, enzovoort.
    .
    . 

Hoe zien de krachtlijnen van ons toekomstproject er nu eigenlijk uit? (Eindelijk!) We stellen 7 principiële punten voorop. Deze kunnen een toetssteen worden voor hedendaagse en later voorziene acties of beleid (bij regeringsdeelname). Uit deze 7 principes volgen immers tal van andere punten die mogelijk reeds op kortere termijn kunnen worden gerealiseerd of die het toekomstbeeld kunnen voorbereiden. Hier volgen die 7 principes:

Doorgedreven automatisering van alle vormen van productie, met eliminatie van nutteloze jobs. Onze nog welig tierende bureaucratie telt nog steeds tal van nutteloze en achterhaalde jobs die gemakkelijk kunnen geautomatiseerd worden (10).
De sociaal noodzakelijke arbeid zal een heel eenvoudig patroon vertonen: monitoring van die automatische system (bv. robots of de nieuwste generatie quantum-computers) en troubleshooting (detectie van storingen), met herstel van de storing of ze signaleren aan een bevoegde technicus/a. Met universele robots (die overal kunnen ingezet worden) en andere technologieën zoals 3D-printing moet het mogelijk zijn de productie van goederen en diensten helemaal te herbekijken en op een radicaal andere leest te schoeien. Het verschil tussen arbeider, bediende en zelfstandige (éénmansonderneming in Nederland) zal compleet verdwijnen. De kapitalistische eigendomsverhoudingen zullen geen rol meer spelen of geen invloed meer hebben (zie ook sub). De nieuwe technologieën kunnen immers informatie eindeloos kopiëren zodat ze ongeveer gratis voor iedereen beschikbaar is (11). Patenten worden afgeschaft: elke innovatie is te danken aan een coöperatie van heel wat mensen.
De resterende hoeveelheid noodzakelijke arbeid wordt gelijkmatig verdeeld onder de totale bevolking. Hetzelfde moet gelden voor taken die vooralsnog niet geautomatiseerd kunnen worden. Het staat uiteraard iedereen geheel vrij om arbeidsvreugde te zoeken en te vinden in niet-noodzakelijke taken.
.
auto 1.
Algemene arbeidsduurverkorting tot 20 à 25 uur per week, ca. 4 uur per dag; met een wettelijk vastgelegde arbeidsplicht van ca. 10 à 12 uur per week. De radicale vermindering van de arbeidsuur kan worden verwezenlijkt dank zij de productiviteitsstijging bereikt door principe 1 (automatisering) en versterkt op haar beurt de automatiseringstendens. De productiviteit zal daarnaast ook toenemen door de verspreiding van peer-to-peer productie (12), zoals bijvoorbeeld aanwezig in de opbouw van de Wikipedia-encyclopedie en bij 3D printing (productie met een zogenaamde 3D printer van willekeurige driedimensionale objecten op basis van digitale “bouwtekeningen”, computerbestanden dus). Daarnaast zal de productiviteit toenemen door de inzet van nieuwe innovatieve vormen van recyclage, kringloopeconomieën en sharing (goederen en diensten delen met anderen). Het delen van goederen en diensten kan probleemloos verlopen wanneer deze zijn omgezet in universeel toegankelijke informatie, m.a.w. wanneer het privé-eigendom van informatie (bv. auteursrechten) is afgeschaft. Bijvoorbeeld: boeken, videoclips en ander beeldmateriaal kunnen in eindeloze hoeveelheden quasi-gratis gekopieerd worden. Ongetwijfeld zullen tussen 2015 en 2030 heel wat nieuwe nu ondenkbare productietechnieken worden ontwikkeld. Dit met maximale productiviteit en minimale productie- en arbeidskosten.
*
buying-time-concept-clock-26416406 * 
Behoud van inkomen, met een wettelijk vastgelegd minimum. Dat minimum moet groter zijn dan de samengetelde prijs van alles wat als basisgoederen en -diensten kan doorgaan en als dusdanig wordt erkend. De prijs van deze “korf” wordt jaarlijks aangepast aan het % toename van de globale productiviteitsstijging (dus niet de persoonlijke). En dit zodanig dat de verhouding van het inkomen ten opzichte van de prijs van de korf in de tijd steeds groter wordt. Die verhoging zal dus afhankelijk zijn van de mate waarin principe 1 (automatisering) meer en meer is verwezenlijkt. Gradueel kan ook de inkomensongelijkheid worden teruggedrongen.
De prijs van de goederen en diensten die op basis van overvloedige en dus goedkope cyber-informatie worden geproduceerd en gekopieerd, zal zeer snel dalen. Loonsverhoging is in die zin dus relatief: het is de verhouding inkomen/prijs die groter wordt. Er zal dus minder geld circuleren omdat men met weinig geld veel meer kan kopen dan voorheen. Ook principe 3 vormt dus een eenheid met principe 1 (automatisering en productiviteitstijging). Kapitalistische eigendomsverhoudingen verdwijnen of verliezen hun relevantie en invloed. Ook robotica-deskundigen stellen graag dat de massale inzet van robots allerhande niet verenigbaar is met het kapitalistisch systeem zoals we het nu kennen, zelfs onverenigbaar is met welk kapitalisme dan ook (13). Deze stelling wordt fel aangevallen door  “extreemlinksen” op de klassieke manier: met citaten uit het werk van Karl Marx, hoewel je uit Marx’ werk ook citaten kunt aanhalen met een eerder tegengestelde strekking. Ik geloof (ken wel niet genoeg van robotica en Artificiële Intelligentie) dat de optimistische robotica-specialisten gelijk hebben. Zoals we reeds eerder stelden, openen zich in deze context voor het socialisme 2 wegen: 1) erop rekenen dat de aanhang zal stijgen wanneer mensen in miserie en ellende verzeilen; of 2) de technologische vooruitgang zo in handen nemen dat mensen juist beter af zijn. Zo zal het bijvoorbeeld geleidelijk aan gedaan zijn met de toch typische asymetrische machtsverhoudingen, die eigen zijn aan salariaatsarbeid, m.a.w. eigen aan alle vormen van loon- en weddearbeid.
Ik ken weinig socialisten die de 2de optie ernstig nemen en beseffen dat misère van mensen eerder (neo)fascisten maakt dan socialisten. Dat lijkt me zo logisch dat ik niet begrijp dat socialistische politici ervan overtuigd waren dat mensen als gevolg van de crisis van 2008 “socialist” zouden worden. Waarom zouden ze? De geschiedenis van de laatste 100 jaar en ook deze van vandaag levert voldoende voorbeelden dat het rechtse extremisten zijn die garen spinnen bij torenhoge werkloosheid of relatieve of absolute daling van de lonen. Juist Kareltje (Marx dus) wist al dat er met het lompenproletariaat niets positiefs valt aan te vangen. Vandaar dat we voldoende principes hebben voorzien (3, 4, 5 en 7, zie hieronder) die ervoor zorgen dat technologische vooruitgang ook sociale vooruitgang zal zijn. Als er zoiets als het “ware socialisme” bestaat, dan is het dat wel!
.
06e52feeedf60a3b7a38f69fac23b2b7*
Gelijkmatige toegang tot de geproduceerde goederen en diensten, m.a.w. sociale gelijkheid. Het onderscheid tussen de sociale klassen vervaagt (cf. principe 2 & 3; arbeidsduurverkorting & behoud inkomen). Dit vierde principe is te verwezenlijken op basis van principes 1 & 3 (automatisering + verhoogde productiviteit; behoud inkomen). De prijsverschillen tussen verschillende producten zullen exponentieel (m.a.w. voortschrijdend in de tijd) kunnen worden gemilderd en naar elkaar toegroeien, met een algemene daling van de relatieve prijzen.
.
diplome
.

Agogische begeleiding van de werknemers die terugvallen op de arbeidsduur van ca. 20-25 uur per week. Agogiek is de leer van het begeleiden, aansturen of beleidsmatig mogelijk maken van veranderingsprocessen bij mensen. Ongetwijfeld zal de drastische arbeidsduurverkorting, zelfs uitgesmeerd in de tijd, verzet en weerstand oproepen bij mensen die willen vasthouden aan de vroegere arbeidscondities (bijvoorbeeld omwille van de sociale contacten op het werk) of het zaakje niet vertrouwen. Principes 1 & 2 (automatisering; arbeidsduurverkorting) zullen onvermijdelijk een cultuurshock veroorzaken voor heel wat mensen die vandaag, anno 2015 dus, volwassen zijn geworden. (By the way: ik ben er altijd van overtuigd geweest dat dementie een sociaal en cultureel bepaalde aandoening is. De hersenen van oudere mensen slagen er veel minder in om zich te leren aanpassen aan de snelle veranderingen van signalen en omgevingsprikkels die een adequate reactie vragen. Het is volgens mij geen toeval dat dementie zo wijd verbreid is – of dat er zo veel aandacht aan wordt besteed – in een tijdperk van uiterst snelle veranderingen op alle vlakken, van ca. 1990 tot nu dus.). Kwestie is de voorspelbare sociale conflicten niet uit de hand te laten lopen. Enige “propaganda” zal vermoedelijk nodig zijn om vooral volwassenen van 40-55 te leren wennen aan een radicaal kortere werkweek of aan de drastisch gewijzigde arbeidsinhoud. Jongeren zullen heel wat enthousiaster zijn. Zij moeten immers niet overschakelen op een radicaal nieuwe levenswijze.
.
Yucatan Shadow Person Concept..

Radicale hervorming van opvoeding en onderwijs. Ouders zullen vrij gemakkelijk kunnen worden gemotiveerd om de opvoeding van hun kinderen af te stemmen op de nieuwe werkelijkheid en de mogelijkheden die ze bieden. Vermoedelijk zullen de gezinsvormen nog gevarieerder zijn dan nu al het geval is. Jongeren zullen vroeger rijp zijn maar niet zoals nu soms tot hun 20ste of zelfs tot hun 25ste als kleuters worden behandeld. De meerderjarigheid zal op 16 jaar liggen en de jongeren zullen veel sneller hun thuis verlaten. De sociale werkelijkheid laat hen immers toe zelfstandig te leven gezien de combinatie van hun arbeidsplicht van 10 è 12 jaar met hun studies. Het onderscheid tussen de thuissituatie en de school zal veel minder scherp zijn dan nu. Studies zullen veel meer vermengd zijn met ervaringen in de “realiteit”: de school zal niet langer een eiland zijn.
De school zoals we ze nu kennen zal geleidelijk plaats maken voor zelfstudie en studie in kleine netwerken (plusminus 5 personen). Het leren zal dus veel intenser zijn. De nieuwe pedagogische en didactische methodes zullen voor ons niet meer herkenbaar zijn. Leerkrachten zullen ook vooral aan monitoring doen en eerder optreden als mentor dan als opzichter. Iedereen zal tot zijn 16de grosso modo dezelfde leerstof voorgeschoteld krijgen, zij het dat de zelfstudie één en ander zal individualiseren. De leervakken zullen in een aantal modules worden gegroepeerd. Bijvoorbeeld 4 basismodules: 1) voorbereiding op de wereld van de arbeid; 2) wetenschap en technologie; 3) opvoeding tot burgerschap (van filosofie over communicatieve vaardigheden tot inrichting van de samenleving; 4) creatieve vrijetijdsbesteding.
.
1517937_178085349067640_873667199_n.
Stimulatie van creatieve en verrijkende vrijetijdsbesteding. Zoals nu reeds bij veel personen het geval is, zullen arbeid en vrije tijd gemakkelijk in elkaar overvloeien, afhankelijk van hoe de 20 à 25 uren arbeid is georganiseerd. Heel wat monitoring-werk kan thuis of om het even waar op afstand uitgevoerd worden. Misschien zijn we de ganse dag en de ganse week actief, hetzij met die noodzakelijke arbeid, hetzij met niet-noodzakelijke bezigheden waarbij werk en creatieve vrijetijdsbesteding (zelfs sport) amper van elkaar zijn te onderscheiden. Maar dat zal geen veralgemeende dag-en-nacht uitbuiting zijn zoals dit er onder het kapitalisme eventueel zou kunnen uitzien (14). Mogelijk hebben we inderdaad voldoende aan 5 à 6 uur slaap in plaats van 7 à 8 nu.
Anderzijds kan de evolutie van interpersoonlijke relaties en contacten moeilijk door een overheid (centraal of lokaal) ter hand worden genomen. Hoe de concrete uitingen van liefde en vriendschap (en hun tegenpolen haat en vijandigheid) zullen worden beïnvloed is niet duidelijk. Emoties en affectie zijn moeilijker in hun mogelijke evolutie te voorspellen dan de ontwikkelingen in de robotica. De inhoud en de vorm van contacten tussen mensen onderling zullen vermoedelijk “spontaan” mee-evolueren. Misschien lopen we allemaal rond met een chip of met ingeplante elektrodes in ons hoofd om zo al te heftige of negatieve emoties (haat, woede, enzovoort) tot een minimum te reduceren. Hoe de omgang met robots onze onderlinge communicatie zal kleuren is moeilijk in te schatten. De creatie van een “mind” (geest), als een artificiële overstijging en uploading van kennis ver boven onze biologische fundamenten, kan in wezen alleen slaan op gecreëerde humanoïde super-robots en Artificiële Intelligentie-systemen (15). Niet echt op ons, gewone mensen, zelf. Toch niet zoals we onszelf kennen. Post-humanisme en transhumanisme blijven echter vooralsnog een zaak van fantasie en speculatie. Maar dat kan in de toekomst snel veranderen.
.
transhumanisme-oeil.
********

Onze 7 principes vormen één geheel. We hebben ze alleen van elkaar afgezonderd voor de goede orde en de stijlelegantie. Maar alle 7 principes zijn onlosmakelijk aan elkaar gekoppeld, al vormen een paar principes (vooral 1, 2 & 3) wellicht de voorwaarde voor een paar andere. Zoals reeds gezegd hebben we de principes niet technisch uitgewerkt. Dat valt buiten onze competentie. Die uitwerking is eigenlijk ook geen politieke kwestie. De 7 principes moeten wel democratisch worden goedgekeurd en regelmatig worden bevestigd (bv. om het jaar).

De 7 principes hebben een weerslag op tal van andere domeinen. We sommen er een aantal op:
– fiscaliteit
– bestrijding van criminaliteit en fraude (hoogstwaarschijnlijk zullen we te maken krijgen met nieuwe soorten misdrijven en vormen van fraude)
– biologische reproductie
– interpersoonlijke relaties en beheersing van emoties
– mobiliteit
– gezondheidszorg
– milieueffecten (waarschijnlijk gunstig)
– huisvesting en urbanisatie
– internationale relaties
– beleid t.a.v. van verschillen in ontwikkelingsniveau tussen regio’s
– enzovoort
Al deze facetten kunnen een gevolg zijn van de voorgestelde principes of juist de weg ernaartoe effenen.

Ons voorstel heeft het nadeel bijzonder zakelijk te zijn, maar hetzelfde zal wel het geval zijn voor alle ernstige toekomstbeelden. Het wekt dus niet meteen enthousiasme op in de emotionele zin. En dit in het tegenwoordig tijdsbestek waarin iedereen wel weet dat wanneer het met de economie slecht gaat, het slecht gaat met alles. Maar economische thema’s genieten niet van veel animo bij de bevolking. Anno 2015 toch niet. Economische items zijn per definitie complex en vragen zekere voorkennis. (Zelf onthoud ik na 30-40 jaar nog steeds wat een obligatie nu precies is.) Complottheorieën en simplismen doet het tegenwoordig wel heel goed. Heel wat zaken worden ook vanuit een morele waarde bekeken en dikwijls is de wens daar de vader van de gedachte. M.i. gaat de zakelijkheid weer populair worden nadat de crisis eindelijk eens in zijn wortels is beslecht. Dan zullen gebeurtenissen en toestanden gelukkig niet meer met irritante, dwaze en desinformatieve sentimenten worden opgediend.

Voilà! That’s it! Oef!
.
End.

.
Noten:

(1) Eric Rosseel “Monaden, Nomaden & Pelgrims: Nomadisering en het Utopisch Ideaal.”, 2000.
(2) In zijn samen met de psychoanalist en activist Félix Guattari (1932-1992) geschreven: “L’anti-Œdipe: Capitalisme et Schizofrenie.”, 1972/1973 – “Mille Plateaux: Capitalisme et Schizofrenie.”, 1980.
(3) Bv. Giorgio Agamben “Potentialities: Collected Essays in Philosophy.”, 1999.
(4) Donna Haraway
Cyborg Manifesto.”, 1985.
(5) Bv. Hans Moravec “Robot: Mere Machine to Transcendent Mind.”, 1999.
(6) Bv. “transhumanist” Ray Kurzweil “How to Create a Mind: The Secret of Human Thought Revealed.“, 2014.
(7) John Gray “De Ziel van de Marionet: Een zoektocht naar de vrijheid van de mens.”, 2015 (Engels origineel, 2015); voor Sloterdijk, zie:
http://www.huffingtonpost.com/entry/peter-sloterdijk-man-machine-interview_55e37927e4b0aec9f3539a06
(8) Michel Foucault “Surveiller et punir.”, 1975.
(9) Gilles Deleuze “Pourparlers 1972-1990.”, 1990.
(10) Cf. het grappig boekje van David Graeber “The Utopia of Rules: On Technology, Stupidity, and the Secret Joys of Bureaucracy.”, 2015. (David Graeber is de auteur van het baanbrekende “Schuld: De eerste 5000 jaar.”, 2015; Engels origineel, 2011.)
(11) Paul Mason “Postcapitalism: A Guide to Our Future.”, 2015.
(12) Michel Bauwens & Jean Lievens “De Wereld Redden”, 2013.
(13) Zie bijvoorbeeld: Hans Moravec “Robot: Mere Machine to Transcendent Mind.”, 1999; Federico Pistono “Robots Will Steal Your Job, But That’s OK.”, 2012.
(14) Jonathan Crary “24/7: Late Capitalism and the Ends of Sleep.”, 2013.
(15) cf. Ray Kurzweil “How to Create a Mind: The Secret of Human Thought Revealed.“, 2014.


.
[Dank aan enige breeddenkende vrienden die anoniem wensen te blijven, voor nalezen en commentaar .]
.

.
vrijdag 18 sept. 2015

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.